Om te begrijpen wat er op dit moment in de autobranche speelt, moeten we een klein stukje de geschiedenis in. Net na de tweede wereldoorlog zochten de leiders van het Europese continent elkaar op. Ze concludeerden dat de kans op een derde wereldoorlog kleiner werd, als al in een vroeg stadium de angel uit dreigende conflicten werd getrokken. Zeker tussen de twee grootste kemphanen, Frankrijk en Duitsland.

En zo ontstond de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) rondom 1952. Want de kans op ruzie was het grootst over de prijzen en verdeling van kolen en staal. Dat beviel goed, want deze gemeenschap werd al snel uitgebreid naar de hele economie. De Europese Economische Gemeenschap was in 1958 een feit. We gingen naar een interne markt voor alle aangesloten landen. En dat werden er langzamerhand steeds meer. In 1993 werd de EEG de EG, dus zeggenschap over meer onderwerpen dan alleen de economie. En later ontstond de EU vanuit de EG. 

In de tussentijd werden de basispijlers van deze samenleving vormgegeven.

  • Vrij verkeer van personen (Schengen)
  • Vrij verkeer van goederen
  • Vrij verkeer van diensten

Vooral vrij verkeer van goederen heeft zijn effect gehad op de interne markt. Geen importheffingen tussen de EU-landen. In de loop van de tijd hebben de diverse branches zich aangepast aan deze nieuwe situatie. Vroeger werkten bijna alle branches met dealers. En om dealer te worden, moest je de juiste mensen kennen. Je kreeg een rayon toegewezen en je kostje was gekocht. Een branche die zich maar moeilijk aanpaste aan de nieuwe situatie, was de autobranche. Er ontstond een strijd tussen de autofabrikanten, die het oude stelsel prima vonden, en de Europese Commissie die verandering wilde.

Uiteindelijk is die strijd beslecht door de komst van de Block Exemption Regulation (BER) in 1999. Een stuk wetgeving, waarmee geregeld werd dat de autobranche zich niet aan de regels van de vrije markt hoefde te houden. Voortaan mochten nieuwe auto’s en nieuwe originele onderdelen alleen via de route fabrikant-importeur-dealer aan eindgebruikers verkocht worden. In ruil daarvoor mocht iedereen die aan de eisen (dealer standards) voldeed, dealer worden. Die openheid was totaal nieuw voor de autobranche. Het was de start van de servicedealers, doordat Sales en After Sales niet meer verplicht in hetzelfde bedrijf gecombineerd hoefde te worden. Dealers mochten ineens ook exporteren.

Die wetgeving is in de tussentijd regelmatig aangepast. De huidige BER loopt voor Sales af op 31-5-2022 en voor After Sales op 31-5-2023.

De nieuwe wetgeving zal naar verwachting tot 2030 lopen.

Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding

Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van grote wijzigingen. Bijvoorbeeld:

  • duale distributie van nieuwe auto’s (fabrikant en dealer leveren beide aan eindgebruikers)
  • mogelijkheid van rechtstreeks leveren van originele onderdelen door fabrikanten aan externe distributeurs
  • eisen (of laten vervallen van die eisen) op het gebied van het verplicht beschikken over een showroom
  • belangrijke afspraken over eigendom van data van klanten (fabrikant/universele platformen)
  • welke marktpartijen mogen welke kortingen geven (of opslag berekenen), zowel over auto’s als onderdelen

Verder bestaat de mogelijkheid dat de hele BER vervalt. Dan valt de volledige autobranche onder de regels van de vrije markt. Dan mag ieder garagebedrijf nieuwe auto’s en originele onderdelen in- en verkopen.

Het klinkt misschien nog een beetje als de ver-van-mijn-bedshow, maar de eerste reacties zijn al zichtbaar. Zoals wel vaker gebeurt bij de start van een nieuwe BER-periode, zegt een aantal fabrikanten de dealercontracten vast op, zoals Stellantis onlangs gedaan heeft.

Daarnaast verandert er meer door andere BER-regelgeving. Als de positie van een dealer ten opzichte van een universeel autobedrijf verandert, verandert de waarde van het dealerbedrijf ook. Voor sommigen reden om juist nu over aan- of verkoop van dealerbedrijven te denken.

Ook banken hebben zich al uitgelaten over het eisen van extra zekerheden van dealerbedrijven, mocht de BER in zijn geheel vervallen.

Het lastige is dat er nu nogal wat gelobbyd wordt om de BER te plooien naar de wensen van de diverse partijen. De onderwerpen die op tafel liggen, zijn op zich wel bekend. Maar aan de uitkomst valt weinig te voorspellen. Kortom, wat de uitkomst ook wordt, het zal waarschijnlijk grote impact hebben. De ogen zijn op Brussel gericht.